14
Apr
2016

zondag 17 april - Johannes 10, 22-30: of Jezus de Messias is

Een ijzige discussie in de zuilengang van Salomo (die later de ontmoetingsplek van de eerste christenen werd, zie Handelingen 5). Dit stuk ademt polarisatie. Dat is een beetje typisch voor het Johannesevangelie en als ik het lees weet ik weer waarom dit niet mijn favoriete evangelie is. Jezus maakt hier verschil tussen schapen die wel van zijn stal zijn en schapen die dat niet zijn. Dat laatste slaat dan blijkbaar om de omstanders, de "joden". Johannes heeft het vaak over "de joden", wat geen van de oudere evangelisten doet, en tekent zo meer het beeld uit de tijd dat dit evangelie ontstond (eind eerste eeuw), toen het christendom anti-joods aan het worden was, dan uit de tijd van Jezus zelf. Dát Jezus hier wordt gevraagd of hij de Messias is, daar is een reden voor. Op het feest van de tempelwijding, chanukka, gaat het over de messiaanse verwachting. En ook over zuivere godsdienst, want het feest ziet terug op de overwinning van de ontwijding van de tempel. In dat verband moet de uitspraak van Jezus "de vader en ik zijn één" godslasterlijk overkomen, en dat was nou net wat tot de ontwijding van de tempel leidde - allemaal niet erg constructief, deze manier van gespreksvoering. Je kan bijna begrijpen dat, zoals er vlak na deze tekst staat, men stenen opraapt om Jezus te stenigen. Wat zie ik dan wel aan heilzaams in deze tekst? Mij lijkt van belang, met welke grondhouding we naar Jezus kijken. Of we hem tot de orde roepen zodat wij een etiket op hem kunnen plakken, zonder dat wij daarbij zelf in het geding komen - of dat wij ons eerlijk op hem richten en open willen zijn voor wat hij voor ons wil betekenen. Want hij wil ons dichter bij God brengen... Er is trouwens bij dit bijbelgedeelte geschilderd door een groepje op woensdag, u kunt dat komen bekijken zondagmorgen. Welkom!

25
Mrz
2016

paasmorgen 27 maart - Johannes 20,1-18 - ontmoeting met de Opgestane

Er is een gedicht van Vasalis met als titel 'steen' en het eindigt met "o sla de rots opdat ik ween". In het evangeliegedeelte gaat het over deze twee dingen: over huilen en over een onwrikbare steen. Met die steen, weggerold, wat nou juist niet hoort te kunnen, begint het verhaal. En terwijl je aan de mannen in het verhaal geen enkele emotie kan bespeuren (ze vonden het kletspraat, ze zagen, ze kenden de schriften niet, ze gingen naar huis) geeft Maria uiting aan haar verdriet; ze huilt, en wordt zowel door de lichtgestalten als door de 'tuinman' uitgenodigd om te vertellen waarom zij huilt. Voor de mannen is het paasgebeuren een zaak van kale feiten, voor Maria een kwestie van relatie. Zie ik het goed dat dit verhaal ons uitnodigt om het paasgebeuren vooral via de relatie te benaderen, goed voelen of we misschien door de Opgestane worden aangesproken waardoor onze blikrichting verandert, net als bij Maria, en wij niet meer gefocust blijven op de stenen (er is niks meer aan te doen) in ons leven?

18
Mrz
2016

zondag 20 maart - intocht in Jeruzalem - Lk 19,28-40

Voorafgaand aan evenementen als prinsjesdag of koningsdag zie ik wel eens op het nieuws dat de politie haar paarden traint. Want het is de bedoeling dat de politiepaarden aan hun berijders gehoorzamen en betrouwbaar zijn, en zich dus niet door allerlei hotemetoten van de wijs laten brengen of bang laten maken. De politie heeft bij evenementen dus ervaren paarden nodig. Wat ons in de lezing van zondag bij de intocht van Jezus in Jeruzalem over het veulen van een ezel wordt verteld, is het tegenovergestelde. Er heeft nog nooit iemand op gezeten. Een kwetsbaar dier dus, niet getraind in conflicten en kabaal, en niet blij met massa's van mensen, zou je zeggen. De tekst speelt bewust met de tegenstelling tussen paard en ezel. Jezus wordt als koning binnengehaald, je verwacht hem dus dan hoog te paard op een dier dat macht en status uitstraalt, maar hij zit op een lastendrager. Want dat was de ezel vooral in bijbelse tijden. Hij zit op een lastendrager, en hij is zelf een lastendrager? Wil de evangelist dat er mee zeggen? Hij neemt de lasten, zonden, van de mensen op zich? Deze dag is zo dubbel: blijdschap en droefenis, de intocht wordt een aftocht, de opgang een neergang. De laatste fase in het leven van Jezus. Zo zijn de mensen: wie hem nu met gejuich binnenhaalt, laat hem straks in de steek. Heden: Hosanna! - morgen: kruisigt hem!

11
Mrz
2016

zondag 13 maart - Lukas 20,9-19: de onrechtvaardige wijnbouwers

Natuurlijk weten wij wel dat er veel geweld onder de mensen is. Maar dat afgehakte hoofd dat deze week in Amsterdam werd gevonden, zet mij wel weer extra aan het denken. Mensen zijn gruwelijk. De Romeinen zeiden het al: homo homini lupus. Dat mensen geweldenaars zijn, blijkt ook uit de gelijkenis die Jezus hier vertelt. De boodschappers worden met geweld tegemoetgetreden of zelfs vermoord. Zo zijn de mensen? Boodschappers van God herinneren de mensen er aan dat de wereld niet van hen is, dat ze die alleen gekregen hebben om er een tijd verantwoordelijk mee om te gaan. Maar mensen vermoorden liever de boodschappers dan de boodschap te moeten horen. Gek eigenlijk, het slot van die gelijkenis: de religieuze leiders, zo staat er, hebben door, dat Jezus hen bedoelt met de pachters in de gelijkenis. Toch reageren ze onverminderd met geweld: ze nemen zich des te harder voor om deze boodschapper van kant te maken.
Een woord misschien nog over de uitwerking van een bepaalde uitleg van deze tekst (ik weet niet of ik hier zondagmorgen op in wil gaan): Bij deze tekst is het belangrijk om goed te lezen. De kerk heeft dat in het verleden vaak niet goed gedaan. En deze tekst gebruikt om een stuk substitutietheologie te onderbouwen. Met nadruk op de laatste verzen van de gelijkenis zou dan de kerk de nieuwe eigenaar van de wijngaard zijn, dus de kerk het nieuwe Israel. Inderdaad is met de wijngaard in de bijbel vaak het godsvolk Israel bedoeld. Hier ook. Maar als je hier de vervanging van Israel door de kerk inleest zie je over het hoofd dat Israël de wijnstok is en niet de pachters. De pachters zijn de leiders van het volk, die als vanzelfsprekend de wijngaard beheren en eigenmachtig te werk gaan. Wie "de anderen" zijn die er misschien komen wordt niet gezegd. Het is de gelijkenis om het effect te doen: dit kan zo nooit goed gaan!

26
Feb
2016

zondag 28 februari - Als er een ramp is gebeurd - Lucas 13, 1-9

Als er mensen worden getroffen door een verschrikkelijk gebeuren willen wij daar graag een verklaring voor. De aanslagen in Parijs in november, een aardbeving, een vloedgolf, een treinramp, een vliegtuigcrash - waarom treft het bepaalde mensen en anderen niet? Er schijnt iets in ons te zitten dat hier graag een verklaring voor wil. Best wel raar. Want stel je voor dat er een verklaring zou zijn - zou het ons helpen om de gebeurtenissen te accepteren? Ik denk het niet. De wens naar een verklaring lijkt ingegeven door onze moeite het te accepteren. Heeft Jezus dan een verklaring waarom de een wel wordt getroffen en de ander niet? Hij weigert een verklaring te geven. Jezus lijkt behoeft te hebben aan een andere verklaring van de mensen die met de vraag naar hem toe komen, namelijk waarom zij denken dat zij zich in deze vragen als toeschouwer denken te kunnen gedragen. Neem dit soort gebeurtenissen liever tot aanleiding om je bewust te zijn hoe je leven wilt. In plaats van met de armen over elkaar te staan debatteren hoe waarschijnlijk de structuur van het karma in elkaar zit. Zorg dat je leven vruchten draagt, dat anderen wat aan je hebben. Een wijs woord ter bezinning, lijkt me...

18
Feb
2016

zondag 21 februari - de verheerlijking op de berg volgens Lucas

De verheerlijking op de berg, zoals dit tekstgedeelte meestal wordt aangeduid, staat in alledrie de synoptische evangeliën (waarom eigenlijk niet bij Johannes, kun je je afvragen, want het zou mooi in zijn theologische lijn passen, grof samengevat: het gaat in alles om Jezus zelf). Dit jaar lezen we het volgens Lucas. Lucas heeft een verschil met de anderen dat mij bijzonder aanspreekt: bij Lucas is de gedaanteverandering, of de gewaarwording van hemels licht bij Jezus een gevolg van gebed. Terwijl Matteus en Marcus het over een plots inzettend gebeuren zien, beschrijft Lucas dat gebeuren op de berg als een gebedservaring, of althans als een door gebed opgeroepen ervaring. Ik neem het als een aansporing mee: laten we God zoeken in de stilte en wellicht "laat God zijn aangezicht over ons stralen in genade" (Num. 6, 25)

4
Feb
2016

zondag 7 februari - Lucas 5,1-11, de "wonderbaarlijke visvangst"

Bij het trefwoord "roeping van leerlingen" hebben de meeste mensen de gang van zaken zo voor ogen: Jezus roept "volg mij" en zonder te dralen staat de geroepene op en volgt Jezus op zijn weg. In het Lukasevangelie gaat dat anders. Daar rukt Jezus Petrus op de huid, steeds dichter. Terwijl de mensen zich om Jezus verdringen houdt hij zich eerst afzijdig: hij moet werken. Dan legt Jezus gewoon beslag op de werkplek van Petrus, hij gaat in zijn boot zitten. Vervolgens geeft hij Petrus een opdracht die deze eigenlijk had moeten weigeren, vanuit zijn vissersexpertise gezien. Jezus legt zo gezien ook nog beslag op zijn beroepservaring. De ongelofelijke visvangst is voor Petrus een ontmoeting met het/de Heilige. Dit kan niet, dit is overweldigend, dit is goddelijk, wat hij meemaakt. En hij zegt tegen Jezus: ik ben een slecht mens, we moeten uit elkaar. Jezus zegt: we moeten dichter bij elkaar. Je zult er maar mee opgescheept zitten, zo'n mens als Jezus die je niet ontwijken kunt. De grootste vangst van Petrus is meteen zijn laatste: hij wordt volgeling van Jezus, mensen-visser. Vragen zouden kunnen zijn: inhoeverre is bij ons ook het werk het argument om Jezus "buiten boord" te houden? Gaan we zijn "woord" volgen als hij ons de diepte in stuurt en ons weg hebben wil van het oppervlakkige? En wat zou er in zo'n woord van hem moeten zitten als ons dat kan aanzetten om dingen te wagen die we voor gewoon nooit zouden doen?

2
Jan
2016

zondag 3 januari - de wijzen uit het oosten - Mt 2, 1-12

Sterren waren het navigatiesysteem van de mensen in bijbelse tijden. Op zee en in de woestijn, maar daarvoor had je er wel meer dan één nodig natuurlijk. Ik las een stuk van een collega die in het donker in de woestijn onderweg was. De autochtone man die de auto bestuurde waarin zij zat, ging van tijd tot tijd de auto stilzetten en deed de lichten uit. Dan kon hij de sterren beter zien. Zo bepaalde hij de goede weg. Het zal wel een verhaal zijn uit de tijd toen we nog geen navigatiesystemen in de auto hadden. In het verhaal over de drie wijzen uit het oosten zitten veel betekenislagen. En ik merk dat ik de neiging heb om van alles uit te leggen, want veel legendes hebben zich gevormd rond deze vertelling (het zouden er drie zijn, het zouden koningen zijn, men heeft ze namen gegeven en verschillende huidskleuren ezv...) Maar ik ga niet weer uitleggen wat er van de beelden allemaal niet klopt (dat heb ik de afgelopen jaren genoeg gedaan) en ga me richten op de vraag wat de wijzen zou hebben kunnen bezield om op weg te gaan. Daartoe vraag ik me eerst af, hoe ze in Jeruzalem tegen deze mensen zouden hebben moeten aangekeken. In Jeruzalem, waar men nota bene uiterst koel en onbewogen op de vreemdelingen reageert... Om kort te gaan: mensen vol van verlangen en mensen vol van schriftkennis, die raken elkaar nog lang niet altijd...
logo

weblog van JHK

Archiv

Mai 2024
Mo
Di
Mi
Do
Fr
Sa
So
 
 
 1 
 2 
 3 
 4 
 5 
 6 
 7 
 8 
 9 
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
 
 
 
 
 

Links

User Status

Du bist nicht angemeldet.

Suche

 

Status

Online seit 4414 Tagen
Zuletzt aktualisiert: 12. Okt, 22:09

Credits


Profil
Abmelden
Weblog abonnieren