4
Feb
2016

zondag 7 februari - Lucas 5,1-11, de "wonderbaarlijke visvangst"

Bij het trefwoord "roeping van leerlingen" hebben de meeste mensen de gang van zaken zo voor ogen: Jezus roept "volg mij" en zonder te dralen staat de geroepene op en volgt Jezus op zijn weg. In het Lukasevangelie gaat dat anders. Daar rukt Jezus Petrus op de huid, steeds dichter. Terwijl de mensen zich om Jezus verdringen houdt hij zich eerst afzijdig: hij moet werken. Dan legt Jezus gewoon beslag op de werkplek van Petrus, hij gaat in zijn boot zitten. Vervolgens geeft hij Petrus een opdracht die deze eigenlijk had moeten weigeren, vanuit zijn vissersexpertise gezien. Jezus legt zo gezien ook nog beslag op zijn beroepservaring. De ongelofelijke visvangst is voor Petrus een ontmoeting met het/de Heilige. Dit kan niet, dit is overweldigend, dit is goddelijk, wat hij meemaakt. En hij zegt tegen Jezus: ik ben een slecht mens, we moeten uit elkaar. Jezus zegt: we moeten dichter bij elkaar. Je zult er maar mee opgescheept zitten, zo'n mens als Jezus die je niet ontwijken kunt. De grootste vangst van Petrus is meteen zijn laatste: hij wordt volgeling van Jezus, mensen-visser. Vragen zouden kunnen zijn: inhoeverre is bij ons ook het werk het argument om Jezus "buiten boord" te houden? Gaan we zijn "woord" volgen als hij ons de diepte in stuurt en ons weg hebben wil van het oppervlakkige? En wat zou er in zo'n woord van hem moeten zitten als ons dat kan aanzetten om dingen te wagen die we voor gewoon nooit zouden doen?

2
Jan
2016

zondag 3 januari - de wijzen uit het oosten - Mt 2, 1-12

Sterren waren het navigatiesysteem van de mensen in bijbelse tijden. Op zee en in de woestijn, maar daarvoor had je er wel meer dan één nodig natuurlijk. Ik las een stuk van een collega die in het donker in de woestijn onderweg was. De autochtone man die de auto bestuurde waarin zij zat, ging van tijd tot tijd de auto stilzetten en deed de lichten uit. Dan kon hij de sterren beter zien. Zo bepaalde hij de goede weg. Het zal wel een verhaal zijn uit de tijd toen we nog geen navigatiesystemen in de auto hadden. In het verhaal over de drie wijzen uit het oosten zitten veel betekenislagen. En ik merk dat ik de neiging heb om van alles uit te leggen, want veel legendes hebben zich gevormd rond deze vertelling (het zouden er drie zijn, het zouden koningen zijn, men heeft ze namen gegeven en verschillende huidskleuren ezv...) Maar ik ga niet weer uitleggen wat er van de beelden allemaal niet klopt (dat heb ik de afgelopen jaren genoeg gedaan) en ga me richten op de vraag wat de wijzen zou hebben kunnen bezield om op weg te gaan. Daartoe vraag ik me eerst af, hoe ze in Jeruzalem tegen deze mensen zouden hebben moeten aangekeken. In Jeruzalem, waar men nota bene uiterst koel en onbewogen op de vreemdelingen reageert... Om kort te gaan: mensen vol van verlangen en mensen vol van schriftkennis, die raken elkaar nog lang niet altijd...

30
Dez
2015

oudjaarsavondvesper - Jesaja 51,1-6 en Lucas 12, 35-40

De oudjaarsavond is eigenlijk een "vreemde eend in de bijt". Want we zijn in de kerkelijke kalender bezig met de geboorte van Jezus, en wat er aan vooraf gaat en wat er op volgt. Daar is eigenlijk geen plek voor iets dat niet aan de kerkelijke maar aan de reguliere kalender vastzit: jaarwisseling. Eigenlijk helemaal geen kerkelijk item. Het volgende item dat in de kerkelijke liturgie thuishoort is de naamgeving, dat is op 1 januari, acht dagen na de geboorte. Tot nu toe was de oudjaarsdag ook als zodanig niet opgenomen in het oecumenisch leesrooster. Nu is dat voor het eerst wel het geval. De lezingen komen uit het rooster van het Evangelisch-Luthers Dienstboek, dat Oudjaar wel als een kerkelijke dag aanmerkt (dus minder strak liturgisch en meer pastoraal denkt?). Is dat al een hint in de richting van 2017, het jaar van 500 jaar reformatie? In dat jaar en bij die gelegenheid volgt het oecumenisch leesrooster dan ook het hele jaar het Luthers Leesrooster. De Jesajatekst roept op tot luisteren en kijken, om te weten wie je bent en wat je met God "hebt". De evangelietekst roept ons om waakzaam te zijn. Dit lijkt me in de richting van een aandachtig en alert leven te wijzen. Misschien is dat een grondhouding die we ons kunnen eigen maken aan het begin van een nieuw jaar?

23
Dez
2015

Kerst 24 / 25 december - Lukas 2, 1-20

Ik vind het best lastig om ieder jaar te vertellen over het kerstgebeuren en daarbij niet in herhalingen te vallen (al zou vermoedelijk niemand van de kerkgangers het merken als ik een verhaal van jaren geleden zou hergebruiken). Als ik zo bezig ben, denk ik vaak: je kunt er beter over zingen dan over vertellen. Goed: gezongen wordt er in de kerstnachtdienst, door het gelegenheidskoor. En door de kerkgangers natuurlijk. In de kerstnachtdienst zal ik me richten op een schilderij van Albrecht Altdorfer uit 1511, genoemd "Heilige Nacht", waar hij op een unieke manier de ouders en het kind in een niet voor de hand liggende omgeving situeert, afwijkend van de manier waarop meestal de geboorte van Jezus wordt uitgebeeld. En in de kerstmorgendienst zal ik proberen Jezus als een vreemdeling te begrijpen, een vreemdeling want komend uit de wereld van God. Een vreemdeling met een goed verhaal. En ons daarbij plaatsend voor de vraag hoe wij eigenlijk tegen vreemdelingen aankijken. Nou, hier laat ik het bij. Welkom in de kerkdiensten!!!

18
Dez
2015

zondag 20 december - 4 advent - Lk 1, 57-80

Zacharias kan weer spreken! Nu hij spreken kan - gaat hij zingen! Aan het eind van hoofdstuk 1 uit het Lucas-evangelie staan er lofzangen. Die van Maria en die van Zacharias. De laatste is op 4 advent aan de orde. Er is een aardig verschil tussen deze twee lofzangen: Maria zingt van beneden naar boven, Zacharias van boven naar beneden. Ik bedoel: Maria begint bij zichzelf "mijn ziel..." en trekt dan de kring breder, naar heel het volk toe. Zacharias zet hemelhoog in bij de daden van God "geprezen de God van Israel..." en spreekt dan tenslotte zijn zoon toe. Negen maanden heeft hij stil moeten zijn, en nu is het eerste wat er uit zijn mond komt een lied. Dat is dus iets kostbaars, iets dat negen maanden in hem is gerijpt. Een lofzang over de bevrijding van Israel, alsof die al een feit is. Dat klopt natuurlijk niet met de feiten. En het zal ook met die zoon van hem anders uitpakken dan zijn terminologie hier doet vermoeden. Maar waar blijven we, als lofzangen zich door feiten de mond laten snoeren? Lofzangen zijn er om uit te drukken waar je je aan vast houdt, waar je je aan optrekt. En ik vind het mooie woorden: "licht voor wie in het duister zitten", "zonder angst God dienen" en "onze voeten richten op de weg van vrede". Woorden die verlangen wakker houden, dat ze ooit, en steeds meer hier en nu, werkelijkheid gaan worden.

4
Dez
2015

zondag 6 dec - 2 advent - aankondiging geboorte van Jezus - Lukas 1, 26-38

De dingen gaan anders dan je zou denken, dat lijkt een grondtoon in het hele eerste hoofdstuk van Lukas te zijn. Vorige week hoorden we dat de engel Gabriel naar Zacharias ging met een aankondiging van een geboorte die niemand voor mogelijk hield. Nu overkomt Maria hetzelfde. Maar er is ook groot verschil: De theoloog Zacharias wiens dagelijks werk het is om met God om te gaan, sluit zich af voor de boodschap met verwijzing naar de realiteit. Maria, die uit een a-religieus gebied komt, opent haar hart voor wat van God naar haar toe komt. Wonderbaarlijk allemaal: Elisabeth is veel te oud om kinderen te krijgen, Maria is veel te jong om zwanger te raken. Het gaat allemaal niet volgens de geijkte patronen, dat is duidelijk. Om van zo'n engelenboodschap niet een paar dagen later te denken dat die misschine helemaal niet is geweest, of dat het een droom is geweest, want het kan niet, krijgen beiden een teken: Zacharias wordt door zijn sprakeloosheid herinnerd aan de ontmoeting met de engel, Maria wordt verwezen naar Elisabeth, familie van haar. Kennelijk hebben we houvast nodig als het om de boodschap gaat dat de hemel en de aarde elkaar gaan raken. Want dat is wat er aan het gebeuren is: God komt naar de mensenwereld. De tekst lijkt hier een zwangerschap zonder toedoen van een man te suggereren, hoewel Lukas dat niet zegt, hij heeft het over de Geest van God en de schaduw van de Allerhoogste. Maar hij schreef wel voor grieks sprekende mensen, voor wie maagdelijke geboorten best in hun godenwereld pasten. Dus de eerste lezers van Lukas vielen hier echt niet over, dat is misschien goed om je te realiseren. Ook van Plato en van de boeddha zei men dat die uit een maagd waren geboren. Dat is dan geen biologie-les, maar een theologische uitspraak. Een manier om te zeggen: van bovenmenselijke betekenis. Hemel raakt aarde. Maar dit zijn allemaal niet de echte vragen die de tekst ons stelt, volgens mij. Wat we wel worden gevraagd is: zijn wij open voor de komst van God naar de mensenwereld? Lijken we meer op Zacharias of meer op Maria, die haar hart en leven open zet?

27
Nov
2015

zondag 29 november - 1 advent - Lukas 1, 5-25

Hoe zou dat zijn gegaan bij Zacharias, de priester, met de verhouding van werk en privé? Ik heb daar zelf wel eens problemen mee, vandaar misschien dat ik daar nu aan denk. Het hoort bij zijn werk als priester om te bidden om de komst van de messias. Zou hij dat nog met bezieling en toewijding kunnen doen, en zou hij ook een eigen gebed hebben gehad, een gebed om een kind? Of zou hij dat al lang hebben opgegeven? Spannende vraag: wanneer is het zover dat onze inschatting van de realiteit onze gebeden laat verstommen? Bid je tegen beter weten in? Wanneer is het tijd om God niet meer lastig te vallen met je wensen en verwachtingen en je neer te leggen bij de situatie - en misschien van God te vervreemden? Zou hij het moeilijk hebben gevonden zijn werk te doen? De engel Gabriël komt naar hem toe en ontmoet hem op zijn "werkplek", en daar confronteert hij hem met zijn privé-situatie. Verwarrend! Misschien is hij daarom wat "van de wap"? Trouwens: de naam Gabriel had de oude priester al op een spoor kunnen brengen: Gabriël, dat was de engel die ooit Daniel kwam vertellen dat zijn gebeden verhoord waren... Maar Zacharias ziet dit verband niet, hoewel hij dat moet hebben gekend en geweten. Hij moet van ver komen: "hoe kan ik weten...?" Dit moet kennelijk nog ruimte krijgen in zijn ziel: hij valt stil. Dit moet groeien en het kan niet zomaar naar buiten. Zijn er - de kleur is paars - bij ons ook dingen die met God en ons zelf te maken hebben en die nog moeten groeien? Dingen die we (nog) niet naar buiten kunnen brengen? Tot zondag!

21
Nov
2015

zondag 22 november: gedenken van de gestorvenen - Jesaja 60, 1-11.17-22

De teksten die we zondag lezen ( Mt 5, 1-12; Jes 60, 1-11.17-22; Opb 7, 2-4.9-17 )
hebben allen een mengeling van werkelijkheid en visioen in zich. De tekst uit Openbaring is nog het meest puur visioen, niet aan een historische situatie vast te maken. De woorden van Jezus op de berg zijn gericht tot de geringen in deze wereld, en gaan over toekomstig (alleen toekomstig?) geluk. De woorden uit Jesaja horen enerzijds in een concrete historische situatie, namelijk het eind van het exiel in Babylon, maar anderzijds is de blijdschap over dit gebeuren zeer beperkt en probeert de profeet het verlangen in leven te houden naar wat er (nog) niet is. Hij doet dat niet met beschrijvende woorden, maar met poëzie. Ook de andere lezingen hebben poëtische elementen in zich. Misschien is poëzie wel de meest geschikte taalvorm, als we ons op het snijvlak van werkelijkheid en visioen bevinden. En daar bevinden we ons, denk ik, ook, omdat we deze zondag de namen noemen van degenen die wij hebben moeten afstaan aan de dood, en die we evenzeer in de hoede van God geborgen willen weten. Een harde werkelijkheid voor nabestaanden, en toch ook het verlangen, het vertrouwen, de hoop, op méér: aanwezigheid van de Eeuwige voor ons en degenen die hier niet meer zijn. Maar daar beschikken we niet over als historische kennis, daar kunnen we alleen naar verlangen en naar verwijzen. Vandaar de poëzie. Ik moet denken aan een woord van Augustinus (dat ik nu niet letterlijk paraat heb): aanvoelen dat er iets ontbreekt kunnen we alleen als we weet hebben van een geheel. Een verborgen weten dat God in ons hart heeft gelegd blijkbaar. En dat maakt dat we niet zonder verlangen en vertrouwen zullen kunnen leven.
logo

weblog van JHK

Archiv

April 2024
Mo
Di
Mi
Do
Fr
Sa
So
 1 
 2 
 3 
 4 
 5 
 6 
 7 
 8 
 9 
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
 
 
 
 
 
 
 
 

Links

User Status

Du bist nicht angemeldet.

Suche

 

Status

Online seit 4394 Tagen
Zuletzt aktualisiert: 12. Okt, 22:09

Credits


Profil
Abmelden
Weblog abonnieren