20
Jun
2015

zondag 21 juni - schip in de storm - Markus 4, 35-41

Het eerste wat me opvalt is dat Markus hier het woord voor zee gebruikt, terwijl de plaats van het gebeuren het meer van Galilea is. Hij gebruikt dus een "te zwaar" woord hiervoor. Maar waarschijnlijk heeft hij het niet zo zeer over toen en daar, maar wil hij meer zeggen, namelijk hoe het altijd is en overal: storm op de zee van het leven, en wat betekent Jezus in de buurt. Hij lijkt te slapen, juist als je hem nodig hebt. Dat is een ervaring die veel mensen hebben. De Nieuwe Bijbelvertaling schenkt hier geen aandacht aan en wekt de suggestie dat het gewoon om het meer van Galilea gaat. Wat me ook opvalt is dat Matteus dit verhaal iets anders schrijft: daar moeten de leerlingen IN de storm leren vertrouwen, bij Markus komen de verwijtende woorden van Jezus pas nadat hij de storm tot bedaren heeft gebracht. Is dat de situatie van de gemeente ten tijde van Matteus, die decennia ná Markus schrijft? Gedachte aan de zijlijn: ooit ging het andersom, in Gethsemane, toen Jezus zijn leerlingen voorhield dat ze niet met hem konden waken, in zijn moeilijke momenten. Zou toen nog iemand van de leerlingen aan dit voorval gedacht hebben?

6
Jun
2015

zondag 7 juni: troubles binnen de familie - Marcus 3, 20-35

Het lijkt er allemaal niet zo harmonieus aan toe te gaan in het gezin waarin Jezus opgroeide. Blijkbaar gaat Jezus op afstand van zijn ouders en broers en zussen. De vader is trouwens niet in beeld; is dat omdat hij niet meer leeft, of omdat Marcus geen discussie over hemels/aards vaderschap wil oproepen? De tekst maakt niet duidelijk hoe groot de kloof tussen Jezus en de rest van zijn familie is, je kunt er een tegenstelling in zien ("zelfs zijn familie begrijpt Jezus niet"), maar je kunt het ook inclusief lezen (ze zien dat Jezus, die vanwege al die mensen geen tijd heeft om te eten "tegen een burn-out aan zit" en willen hem tegen zichzelf beschermen, juist omdat ze zijn bezieling delen). Grappige ontdekking: in de teksten die ik er over heb gelezen blijken mannen voor de eerste lijn te kiezen en vrouwen voor de tweede - zonder uitzondering. Mij komen mensen voor ogen die in hun biografie een breuk met de familie hebben zitten: je kunt denken aan Franciscus van Assissi, aan Martin Luther, aan Albert Schweitzer - alle drie volgden hun roeping en dat betekende confrontatie, en vaak een definitieve breuk met de familie. Is dat het spoor om te volgen?

21
Mai
2015

pinksteren - Handelingen 2 - Johannes 14 - Genesis 11

In (groeps-)gesprekken over geloofsbeleving valt me de laatste tijd op dat je het godsbeeld dat mensen hebben, als je wil, in twee grote kampen kunt indelen: er zijn mensen die God vooral als een persoon zien, en er zijn mensen die hem vooral als een kracht zien. Met een persoon kan je een relatie hebben, je richt je tot God in gebed, je kan "jij" of "u" tegen hem zeggen. Maar als je God niet als een persoon maar veel meer als een kracht ziet, die in je werkzaam is, en wellicht ook elders, b.v. in de natuur, en waarvoor je je ook open kunt en ook dient te maken, en die je kunt toestaan om invloed op je te hebben, is je gebed ook anders: minder gericht tot een persoon, maar ontvankelijk voor de "spirit". Waarschijnlijk zullen de mensen die zondag in de kerk zitten, zich ook bij één van deze twee richtingen het meest thuisvoelen. Misschien zijn ze ook van het ene naar het andere overgegaan, in de loop van de jaren. Hoe kijk je naar God? Is hij een persoon of is hij een kracht?
Ik zou allebei willen laten staan. In de lezingen van vanmorgen, met de Geest van God als inzet, komt het allebei langs: in het Johannesevangelie spreekt Jezus over de Geest als een persoon: de trooster, de bijstand, de pleitbezorger. Maar als je de tekst uit Handelingen leest, wordt de Geest meer beschreven als een (onpersoonlijke) kracht: een windvlaag, eigenlijk staat er: een ademtocht. De levensadem, iets om vervuld van te raken. - Maar misschien moet ik die kant niet al te zeer op, want het feit dat deze keer de torenbouw van Babel als ot-lezing gegeven is, moet mijn aandacht misschien wel op het fenomeen taal richten: Handelingen 2 is de tegenhanger van Genesis 11, daar de verschillende talen die het verstaan onmogelijk maken, en hier de geest die taalgrenzen overwint en gemeenschap creëert. - Er is trouwens deze week geschilderd bij het bijbelverhaal, en, zoals u zondag zult zien, zowel de torens als de wind hebben tot de verbeelding gesproken...

30
Apr
2015

zondag 3 mei - Johannes 15, 1-8 - wijnstok en ranken

"De mensen moeten niet zoveel nadenken over wat ze moeten doen, maar ze moeten nadenken over wie ze zijn" - zo is een uitspraak van Meister Eckhart. Ik moet er aan denken, want het beeld van de wijnstok en de ranken verwijst ons ook naar de bron: Christus als voedingsbron voor ons. Onze enige taak is: verbonden blijven met hem, zodat de levensenergie kan blijven stromen. "Blijf in mij", in de woorden van Jezus. Dat lijkt me vooral een persoonlijk woord, want dat "in Christus blijven" kun je niet organiseren. Velen blijven dan ook niet. Althans niet in de kerk, ze krimpt enorm de laatste jaren. Weggaan van de kerk is nog geen weggaan van Christus natuurlijk, zoals blijven in de kerk ook nog geen blijven in Christus is. Maar de kerkblijvers worden minder, de PKN (anderen ook) verliest leden. Het lijkt wel snoeiperiode in de kerk. Maar goed, vruchten dragen en success hebben is misschien ook niet hetzelfde...
Of is het omdat het besef van de verborgenheid van God, de sympathie voor het ietsisme, de neiging naar het niet-weten, de afkeer van stelligheid, moeilijk te rijmen lijken met de verbondenheid met Christus? Dat is misschien nog zeer de vraag. De mystici van alle tijden, Meister Eckhart voorop, waren ook nooit mensen van de stellige beweringen, maar ze waren wel steeds bezig, verbinding met God te zoeken. "In hem leven, bestaan en zijn we" staat er ergens in Handelingen. Dat klinkt naar levensbeweging: levensadem, levensbron, inademen, uitademen - mooi beeld trouwens op zondag cantate.

18
Apr
2015

zondag 19 april - Johannes 21, 15-24 - Jezus en Petrus

Daar waar er iets heel belangrijks gebeurt in de relatie van Jezus met andere mensen, is er in de evangelieen vaak sprake van een maaltijd. Bij de maaltijd worden de belangrijke dingen besproken: wat hebben we met elkaar, hoe gaan we het doen, welke kant gaan we op, wat hebben we nodig? Dat doen we vandaag ook nog zo, als je b.v. kijkt naar "Het familiediner", een serie van de EO waar familieruzies weer gepacificeerd worden, en ook daar eindigt het met een maaltijd die de van elkaar verwijderde partijen weer bij elkaar brengt. Ook hier in de evangelietekst is van verzoening sprake: wat er als een blok ijs op tafel ligt is de verloochening van Petrus; hij heeft drie keer gezegd dat hij met Jezus niets te maken heeft. Nu vraagt Jezus hem drie keer naar zijn liefde. Nota bene niet naar hoe hij het bedoeld heeft daar in die nacht, geen oude koeien uit de sloot dus, maar vooruitkijkend: heb je me lief, waar mag ik op rekenen? Opvallend is dat het woord dat wij met "liefde" vertalen wisselt in dit gesprek: Jezus vraagt twee keer naar "liefhebben", Petrus antwoordt met "houden van", bij de derde keer neemt Jezus het woord van Petrus over en vraagt naar "houden van". Zit hier een diepere betekenis achter? Petrus, een mens die in de kerk grote invloed heeft gekregen, de Rooms-Katholieke Kerk ziet de paus als opvolger van Petrus. Uit dit gesprek komt een kwetsbare Petrus tevoorschijn, die verantwoordelijkheden krijgt toebedeeld. Misschien is dat wel de wijsheid van dit stuk in algemene zin: mensen die door het stof zijn gegaan, mensen dus met een gelouterd ego, kunnen verantwoordelijkheid dragen. Wie zichzelf niet tegen is gekomen kun je beter niet verantwoordelijk maken voor anderen. Veelzeggend is de naam van deze zondag naar lutherse traditie: misericordias domini, barmhartigheid van de Heer

4
Apr
2015

zondag 5 april - paasmorgen - Johannes 20, 1-18

Geen van de evangelisten beschrijft de opstanding van Jezus. Het enige wat er beschreven wordt is het lege graf, ontmoetingen met engelen (of jonge mannen) en ontmoetingen met de opgestane. In Johannes 20 gaat het heen en weer: naar het graf, terug uit angst voordat Maria binnen was, wedstrijd tussen Petrus en Johannes wie het eerst bij het graf is, wel naar binnen, niet naar binnen, en dan Maria: niet herkennen, wel herkennen. Pasen blijft een geheim, in die zin dat we het gebeuren niet te pakken krijgen. Maar blijkbaar moet dat ook helemaal niet, want als ik een conclusie zou trekken uit het heen-en-weer tussen Petrus en Johannes, dan zou ik zeggen: wie het dichtst bij de feiten is, is nog niet het dichtst bij het geloof. En als ik een conclusie zou moeten trekken uit het heen-en-weer van Maria en de opgestane Jezus, dan zou ik zeggen: het gaat om de ontmoeting met de Levende, niet om het zien van een leeg graf. Maar Maria herkent Jezus pas op het moment dat die zelf haar naam noemt. Het zien van Jezus doet haar niets, het horen van zijn stem blijkbaar wel. Wil dat zeggen, dat we het allen, leerlingen toen en christelijke kerk nu, van het horen zullen moeten hebben? Luisteren naar de woorden die we hebben? De "bestaansmodus" van de christenen sinds pasen?

28
Mrz
2015

palmzondag 29 maart - Markus 11, 1-11 - intocht in Jeruzalem

Het stuk begint met "zij" en het eindigt met "hij". Daarmee is de gang van het verhaal misschien wel treffend omlijst. Honderden heten hem welkom en halen met gejuich de koning op een ezel binnen, en op het einde van de dag gaat hij - met de twaalf - de stad weer uit. Weg menigte, weg gejuich, weg aandacht, weg ezel.
Het verhaal - en de sfeer - van palmzondag is heel dubbel. Tussen "Hosanna" en "Kruisig hem". We lezen dat verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem dit jaar volgens het Markusevangelie. Markus besteedt zeven verzen aan de ezel en drie aan de intocht. Dus dat met de ezel is voor hem belangrijk; waarschijnlijk omdat hij wil laten uitkomen dat het gebeuren aansluit bij woorden van de profeten. Als Markus er zo veel nadruk op legt, kun je je afvragen of de mensen langs de rand van de weg wel zien dat Jezus op een ezel zit. Ze gedragen zich alsof hij op een paard zit. Hier omheen spelen de ongemakkelijke vragen van de palmzondag. Zijn wij zulke mensen? Hangen wij aan sensatie? Kijken wij liever naar onze (wens)dromen dan naar de realiteit? En is onze aandacht voor een ander over als die niet meer boeiend is?

21
Mrz
2015

zondag 22 maart - Joh 12, 20-33 de graankorrel

Dit is wel weer typisch Johannes: het begint met een verhaal maar als de goede vraag gesteld is vergeet Johannes dat verhaal; hij had het alleen nodig om Jezus iets belangrijks over hemzelf te laten vertellen. Wat er verder met de Grieken gebeurd is die op zoek naar Jezus zijn wordt niet meer vermeld. In Johannes 3, bij Nicodemus, ging dat ook zo: als de goede vraag gesteld is vergeet Johannes verder het verhaal. Ook verder maakt de tekst de indruk dat de zinnen wat los samengeraapt zijn. BElangrijke uitspraken van Jezus, van belang op dit moment. Wat wel duidelijk is: Jezus spreekt over zijn te verwachten sterven. En zijn lijn heeft meer met ondergang dan met opgang te maken: de graankorrel moet verdwijnen in de aarde, om iets nieuws te laten ontstaan. Dat is niet de denkwijze van Grieken, Grieks is: Olympia, kracht, wedstrijd, imago. En: wie het leven liefheeft verliest het, wie het loslaat zal het ontvangen. Dat is algemeen geformuleerd, ook voor ons dus? Hoe zit het met ons comfortabel leventje? Hoe zeer zijn we aan de dingen gehecht? En willen we zo leven?
logo

weblog van JHK

Archiv

Mai 2025
Mo
Di
Mi
Do
Fr
Sa
So
 
 
 
 1 
 2 
 3 
 4 
 5 
 6 
 7 
 8 
 9 
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
 
 
 
 

Links

User Status

Du bist nicht angemeldet.

Suche

 

Status

Online seit 4763 Tagen
Zuletzt aktualisiert: 12. Okt, 22:09

Credits


Profil
Abmelden
Weblog abonnieren