10
Sep
2015

zondag 13 september - (niet) geloven en (niet) kunnen - Markus 9, 14-29

Om te weten waar het in dit gedeelte volgens de schrijver om gaat hoef je alleen maar de woorden te tellen die het meest voorkomen: geloven en kunnen. Het gesprek vóór en ná de genezing neemt veel meer plaats in dan de genezing zelf, daarvoor heeft Markus maar twee verzen nodig. Men is bezig met wat (men) niet kan. De leerlingen van Jezus hebben geprobeerd de man die om hulp vroeg hulp te bieden - maar ze kunnen het niet. Als ik het goed begrijp zijn zij in de ogen van Jezus te zeer op het eigen kunnen gefocusd. Ze denken aan hun eigen vaardigheden en niet aan de heilzame kracht die van God komt maar waarover geen mens beschikt. Hulp, bevrijding, kan volgens Jezus alleen door gebed. Zou hij de hulpvraag van de vader als een gebed beschouwen? Er spreekt veel vertrouwen uit. Even breder kijken: waarschijnlijk speelt Markus ook met de vader-zoon-relatie. Het voorafgaande gedeelte is op de berg, in een moment van verlichting is daar de stem uit de hemel: dit is mijn geliefde zoon. En daarna, aan de voet van de berg, ook een vader en zoon, maar nu niet in heerlijk licht, maar in verwarring en doffe ellende. Komt het door die ervaring op de berg, dat Jezus, anders dan de mensen daar aan de voet van de berg, niet met onmogelijkheden bezig is, maar met ongeloof? Hoe ziet ons geloof er uit? Durven we te zeggen dat we geloven? Of klinkt dat veel te pretentieus?
logo

weblog van JHK

Archiv

September 2015
Mo
Di
Mi
Do
Fr
Sa
So
 
 1 
 2 
 3 
 5 
 6 
 7 
 8 
 9 
11
12
13
14
15
16
17
19
20
21
22
23
25
26
27
28
29
30
 
 
 
 
 

Links

User Status

Du bist nicht angemeldet.

Suche

 

Status

Online seit 4762 Tagen
Zuletzt aktualisiert: 12. Okt, 22:09

Credits


Profil
Abmelden
Weblog abonnieren