1
Jul
2016

zondag 3 juli * Numeri 23, 1-12 * Bileam moet zegenen

De tekst is een passage uit het verhaal van Bileam (Num 22 - 24) maar is zodanig gekozen dat je aan dit stuk het hele verhaal van Bileam kunt ophangen. Bileam kan niet anders dan Israel te zegenen hoewel hij voor het tegenovergestelde in de arm wordt genomen. Kenmerkend voor beide personen, voor Bileam de profeet en voor Balak de koning van Moab, is een groot geloof in de kracht van woorden. Woorden met de kracht van vloek of zegen. Een kracht die wij vandaag niet zomaar aan woorden toekennen - tenzij wij die woorden op social media zetten waar zij hun werk gaan doen. Dat lijkt me de vraag voor zondag: wat doen we met woorden, wat brengen ze teweeg? Bileam is overigens wel een figuur dat tot de verbeelding spreekt, hij is ook wat ambivalent. Is hij nou echt een profeet van de god van Israel (waarom gaat hij dan steeds mee in de opdracht van Balak een vloek tot stand te brengen? Of is dit hele ritueel gewoon een show die hij opvoert om Balak te laten zien dat hij zijn uiterste best doet?), of is hij een profeet in algemene zin, die het evengoed ook bij andere religies zou kunnen vinden? Dat laatste wordt hem door nieuwtestamentische bronnen verweten. Hij is wel de enige profetische figuur die ook in buitenbijbelse bronnen als profeet genoemd wordt. Zo gezien lijkt hij flink aan de weg te hebben getimmerd. Wie meer over dit schitterende figuur wil weten kan (mits Duits geen bezwaar is) hier kijken. Een waardevolle gedachte aan het gedrag van Bileam vind ik dat hij, door of ondanks zijn rituelen, duidelijk maakt dat God niet zomaar beschikbaar is. We kunnen hem niet voor ons karretje spannen. Ook Bileam de "man met het geopende oog" moet hem zoeken en "misschien" komt er verbinding...

24
Jun
2016

zondag 26 juni * Numeri 21, 4-9 * De koperen slang

De slang, door Mozes opgericht in de woestijn. Ieder die door een slang gebeten is en naar deze levenloze slang van koper ziet, zal in leven blijven. De slang is een symbool dat niet eenduidig is. In mijn boekenkast staat een boek over "het symbool van de slang" en dat is best een heel dik boek. De slang is het symbool voor de macht van de farao, ze siert, als kobra, de hoofdbedekking van de farao. In Kanaän was de slang het symbool voor de afweer van het kwade, in Genesis is ze juist het inbegrip van kwaad en verleiding. En omdat een slang haar huid kan afleggen is zij vaak ook symbool voor het nieuwe begin, voor wedergeboorte. En dan nog de esculaap natuurlijk, symbool in onze dagen voor apotheek en dokter. In mijn dikke boek staat nog veel meer, een erotische betekenis b.v. nog. In het verhaal in Numeri 21 is de slang voor het volk Israël met zonde verbonden. De zonde die in het spel is, is de opstand tegen Mozes en God, en als basis daarvoor het niet kunnen waarderen van de dingen die men heeft. Zonde is verkeerd, maar ik kan ook heel goed begrijpen dat het volk de moed in de schoenen zinkt, na de zoveelste tegenslag op de grens van het beloofde land. Nu doet Edom zijn grenzen dicht, en ze moeten een gigantische omweg maken. Wordt het ooit nog wat met de toekomst die hun voor ogen staat? Ik kan begrijpen dat, zoals het er staat, "de ziel van het volk het niet meer kon verdragen" en moet denken aan de vluchtelingen uit ons dagelijks nieuws...

17
Jun
2016

zondag 19 juni * Numeri 17,16-26 de staf van Aäron

Op het eerste gezicht gaat de tekst gewoon over het herstel van het gezag van Aäron na pogingen tot opstand en rebellie. De onbetwiste rol van Aäron als priester wordt bevestigd van hogerhand, God zegt dat hij het is en moet blijven. Krachtiger kan het niet in een samenleving. Zouden er politici zijn die naar zoiets verlangen in de huidige tijd, waarin kerk en staat gescheiden horen te zijn? Geen scheiding van kerk en staat dus hier. Ik lees er iets in van de zinvolle rol van gezag: waar blijft een volk (een samenleving, zou je kunnen zeggen met het oog op onze tijd), als het alle kanten opgestuurd wordt en aan allerlei frustraties, ambities of passies van individuele mensen probeert te gehoorzamen? Dan raakt het de weg kwijt. Want soms moet het belang van het geheel prevaleren boven behoeften van enkelingen. De veelheid van stemmen die onmogelijk gehoorzaamd kan worden zie ik ook in de evangelielezing (Lukas 8,26-39) terug: de enge man heeft duizend stemmen in zijn hoofd en probeert die te gehoorzamen. Onbegonnen werk! Daar gaat een mens aan kapot. Jezus legt de vele stemmen in hem het zwijgen op (en inderdaad, hij heeft daartoe het gezag). Terug naar de eenvoud, lijkt mij dus het thema voor zondagmorgen...

11
Jun
2016

zondag 12 juni * Numeri 13,1 - 14,8 de boodschap van de verkenners

"We kunnen ze makkelijk aan!" "We vermorzelen ze met gemak!" Dat is een soort strijdvaardige taal die in oorlogen thuis hoort, en die we min of meer ook accepteren van het voetbal. In de bijbel komen we dit soort peptalk liever niet tegen. Hier is het de verwoording van een minderheidsstandpunt. Het volk van God heeft de slavernij achter zich gelaten en staat op de grens van het beloofde land. Nu hebben ze verkenners gestuurd en die komen met goed nieuws (het land is vruchtbaar) en slecht nieuws: ze zijn onoverwinnelijk. De wanhoop slaat toe. Men gelooft niet meer in de goede afloop, niet in de zin van de hele onderneming. De moed zakt in de schoenen. De meerderheid van de commissie zegt: dit durven we niet aan. "We vermorzelen ze met gemak" zegt Kaleb, het minderheidsstandpunt. Maar dat komt over als peptalk, en niet als realistische inschatting of als vertrouwen in de toekomst.
Waardoor laten wij ons van de wijs brengen? Wat maakt dat wij het vertrouwen in de toekomst of het spoor van onze levensweg kwijt raken? Door wie of wat laten wij ons van de wijs brengen? En wat zou dan kunnen helpen om voet bij stuk te houden? Dat lijken mij de vragen...

13
Mai
2016

Pinksteren 15 mei - Handelingen 2, 1-11 en Johannes 20, 19-23

Preken met Pinksteren. Het heeft iets oneigenlijks. Je zou het moeten hebben over waarom je er bent, en dat is raar. Was er geen Pinksteren geweest zouden wij er als christelijke gemeente ook niet zijn. Aan de andere kant moet het natuurlijk gaan over de Geest, die vernieuwende kracht die ons enthousiast maakt (en ook weer heel gewoon is, zo gewoon als de kerk). Dus het aspect van het "gewone" en het aspect van het gewoontedoorbrekende ligt een beetje met elkaar in de clinch. Er valt me, zo bij de eerste blik op de teksten, wel een verschil op tussen de klassieke pinksterlezing uit Handelingen 2 en de evangelietekst. In Handelingen ligt de nadruk op het onverwachte gebeuren en de verrassende mogelijkheden. In Johannes meer op het overwinnen van de angst. Daar gebeuren ook geen spectaculaire zaken en blijft de blik gericht op de kleine kring, al gaat het in alle teksten wel over het overwinnen van beperkingen. In Handelingen worden de mensen door de Geest gedreven, in Johannes door de Geest genezen. Misschien is het goed, zo met tweeduizend jaar christendom in onze rug en een onzekere toekomst voor de boeg, om meer de kant van Johannes uit te kijken? Zijn we meer gebaat bij de genezende dan de aandrijvende kracht van de Geest? Of moeten we juist terug naar het enthousiasme en de durf van toen? - Ik ben er nog niet uit. Misschien ga ik ook wel het trefwoord "taal" als vertrekpunt gebruiken; er is in Duitsland net een Zonder-Woorden-Boek verschenen, voor mensen die op reis gaan en de taal van het land waar ze zijn niet spreken...

29
Apr
2016

zondag 1 mei - Joel 2,21-27 en Johannes 14,23-29 God woont bij / in mensen

Twee lezingen over het wonen van God bij de mensen. Uit het boek van de profeet Joel klinkt dat God voortaan zal wonen in het midden van zijn volk. En het zal goed gaan.
Uit het Johannesevangelie horen we dat God zal wonen - nee, niet in het midden van zijn volk. Juist niet. Hij zal wonen in de mensen zelf, als individu. Niet horen bij het juiste volk is wat er nodig is, maar Jezus liefhebben vanuit je binnenste. En dan zal God wonen "in je hart". De woorden komen uit de afscheidsredenen van Jezus. Laatste woorden voor zijn leerlingen die achter zullen blijven. Het belangrijkste woord van deze perikoop lijkt me het woord vrede te zijn, of, in bijbeltaal: shalom. Vrede binnen en buiten, leven in harmonie met jezelf, de ander en God. Heb vrede, zegt Jezus. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. Dat zijn allemaal opgewekte klanken in een kring van bange mensen. Zijn het ook opgewekte klanken in onze bange wereld? Kunnen ze dat zijn?

23
Apr
2016

zondag 24 april - Dtn 6,1-9 - Liefde tot God (en de naaste)

Eigenlijk is het mooi verdeeld over de lezingen, zou je kunnen zeggen. Johannes 13, 31-35 gaat over de onderlinge liefde, en Deuteronomium 6, 1-9 gaat over de liefde tot God. Zo is het dubbel-gebod van de liefde mooi in beeld, Godsliefde en mensenliefde. Toch zal ik zondag maar focussen op Deuteronomium. Want over Johannes 13 heb ik het eerder gehad, over Deuteronomium nog niet. En de Deuteronomium-tekst is van uitermate groot belang, voor joden is het 'Sjema Israëel' de belangrijkste tekst in de Bijbel. Ongeveer zoals voor christenen het 'onze vader'. Joden hebben deze tekst in het morgen- en avondgebed. Een joods kind leert deze woorden als eerste woorden. En inhoudelijk spreekt mij aan dat alles in het geloof met horen begint. Luisteren naar God - dat is onze roeping als mensen. Waarbij in het Hebreeuws dan weer geen verschil is tussen het woord 'horen' en het woord 'gehoorzamen'. Stof tot nadenken en tot verdiepen, lijkt me.

14
Apr
2016

zondag 17 april - Johannes 10, 22-30: of Jezus de Messias is

Een ijzige discussie in de zuilengang van Salomo (die later de ontmoetingsplek van de eerste christenen werd, zie Handelingen 5). Dit stuk ademt polarisatie. Dat is een beetje typisch voor het Johannesevangelie en als ik het lees weet ik weer waarom dit niet mijn favoriete evangelie is. Jezus maakt hier verschil tussen schapen die wel van zijn stal zijn en schapen die dat niet zijn. Dat laatste slaat dan blijkbaar om de omstanders, de "joden". Johannes heeft het vaak over "de joden", wat geen van de oudere evangelisten doet, en tekent zo meer het beeld uit de tijd dat dit evangelie ontstond (eind eerste eeuw), toen het christendom anti-joods aan het worden was, dan uit de tijd van Jezus zelf. Dát Jezus hier wordt gevraagd of hij de Messias is, daar is een reden voor. Op het feest van de tempelwijding, chanukka, gaat het over de messiaanse verwachting. En ook over zuivere godsdienst, want het feest ziet terug op de overwinning van de ontwijding van de tempel. In dat verband moet de uitspraak van Jezus "de vader en ik zijn één" godslasterlijk overkomen, en dat was nou net wat tot de ontwijding van de tempel leidde - allemaal niet erg constructief, deze manier van gespreksvoering. Je kan bijna begrijpen dat, zoals er vlak na deze tekst staat, men stenen opraapt om Jezus te stenigen. Wat zie ik dan wel aan heilzaams in deze tekst? Mij lijkt van belang, met welke grondhouding we naar Jezus kijken. Of we hem tot de orde roepen zodat wij een etiket op hem kunnen plakken, zonder dat wij daarbij zelf in het geding komen - of dat wij ons eerlijk op hem richten en open willen zijn voor wat hij voor ons wil betekenen. Want hij wil ons dichter bij God brengen... Er is trouwens bij dit bijbelgedeelte geschilderd door een groepje op woensdag, u kunt dat komen bekijken zondagmorgen. Welkom!
logo

weblog van JHK

Archiv

April 2024
Mo
Di
Mi
Do
Fr
Sa
So
 1 
 2 
 3 
 4 
 5 
 6 
 7 
 8 
 9 
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
 
 
 
 
 
 
 
 

Links

User Status

Du bist nicht angemeldet.

Suche

 

Status

Online seit 4390 Tagen
Zuletzt aktualisiert: 12. Okt, 22:09

Credits


Profil
Abmelden
Weblog abonnieren