17
Jun
2016

zondag 19 juni * Numeri 17,16-26 de staf van Aäron

Op het eerste gezicht gaat de tekst gewoon over het herstel van het gezag van Aäron na pogingen tot opstand en rebellie. De onbetwiste rol van Aäron als priester wordt bevestigd van hogerhand, God zegt dat hij het is en moet blijven. Krachtiger kan het niet in een samenleving. Zouden er politici zijn die naar zoiets verlangen in de huidige tijd, waarin kerk en staat gescheiden horen te zijn? Geen scheiding van kerk en staat dus hier. Ik lees er iets in van de zinvolle rol van gezag: waar blijft een volk (een samenleving, zou je kunnen zeggen met het oog op onze tijd), als het alle kanten opgestuurd wordt en aan allerlei frustraties, ambities of passies van individuele mensen probeert te gehoorzamen? Dan raakt het de weg kwijt. Want soms moet het belang van het geheel prevaleren boven behoeften van enkelingen. De veelheid van stemmen die onmogelijk gehoorzaamd kan worden zie ik ook in de evangelielezing (Lukas 8,26-39) terug: de enge man heeft duizend stemmen in zijn hoofd en probeert die te gehoorzamen. Onbegonnen werk! Daar gaat een mens aan kapot. Jezus legt de vele stemmen in hem het zwijgen op (en inderdaad, hij heeft daartoe het gezag). Terug naar de eenvoud, lijkt mij dus het thema voor zondagmorgen...

11
Jun
2016

zondag 12 juni * Numeri 13,1 - 14,8 de boodschap van de verkenners

"We kunnen ze makkelijk aan!" "We vermorzelen ze met gemak!" Dat is een soort strijdvaardige taal die in oorlogen thuis hoort, en die we min of meer ook accepteren van het voetbal. In de bijbel komen we dit soort peptalk liever niet tegen. Hier is het de verwoording van een minderheidsstandpunt. Het volk van God heeft de slavernij achter zich gelaten en staat op de grens van het beloofde land. Nu hebben ze verkenners gestuurd en die komen met goed nieuws (het land is vruchtbaar) en slecht nieuws: ze zijn onoverwinnelijk. De wanhoop slaat toe. Men gelooft niet meer in de goede afloop, niet in de zin van de hele onderneming. De moed zakt in de schoenen. De meerderheid van de commissie zegt: dit durven we niet aan. "We vermorzelen ze met gemak" zegt Kaleb, het minderheidsstandpunt. Maar dat komt over als peptalk, en niet als realistische inschatting of als vertrouwen in de toekomst.
Waardoor laten wij ons van de wijs brengen? Wat maakt dat wij het vertrouwen in de toekomst of het spoor van onze levensweg kwijt raken? Door wie of wat laten wij ons van de wijs brengen? En wat zou dan kunnen helpen om voet bij stuk te houden? Dat lijken mij de vragen...

13
Mai
2016

Pinksteren 15 mei - Handelingen 2, 1-11 en Johannes 20, 19-23

Preken met Pinksteren. Het heeft iets oneigenlijks. Je zou het moeten hebben over waarom je er bent, en dat is raar. Was er geen Pinksteren geweest zouden wij er als christelijke gemeente ook niet zijn. Aan de andere kant moet het natuurlijk gaan over de Geest, die vernieuwende kracht die ons enthousiast maakt (en ook weer heel gewoon is, zo gewoon als de kerk). Dus het aspect van het "gewone" en het aspect van het gewoontedoorbrekende ligt een beetje met elkaar in de clinch. Er valt me, zo bij de eerste blik op de teksten, wel een verschil op tussen de klassieke pinksterlezing uit Handelingen 2 en de evangelietekst. In Handelingen ligt de nadruk op het onverwachte gebeuren en de verrassende mogelijkheden. In Johannes meer op het overwinnen van de angst. Daar gebeuren ook geen spectaculaire zaken en blijft de blik gericht op de kleine kring, al gaat het in alle teksten wel over het overwinnen van beperkingen. In Handelingen worden de mensen door de Geest gedreven, in Johannes door de Geest genezen. Misschien is het goed, zo met tweeduizend jaar christendom in onze rug en een onzekere toekomst voor de boeg, om meer de kant van Johannes uit te kijken? Zijn we meer gebaat bij de genezende dan de aandrijvende kracht van de Geest? Of moeten we juist terug naar het enthousiasme en de durf van toen? - Ik ben er nog niet uit. Misschien ga ik ook wel het trefwoord "taal" als vertrekpunt gebruiken; er is in Duitsland net een Zonder-Woorden-Boek verschenen, voor mensen die op reis gaan en de taal van het land waar ze zijn niet spreken...

29
Apr
2016

zondag 1 mei - Joel 2,21-27 en Johannes 14,23-29 God woont bij / in mensen

Twee lezingen over het wonen van God bij de mensen. Uit het boek van de profeet Joel klinkt dat God voortaan zal wonen in het midden van zijn volk. En het zal goed gaan.
Uit het Johannesevangelie horen we dat God zal wonen - nee, niet in het midden van zijn volk. Juist niet. Hij zal wonen in de mensen zelf, als individu. Niet horen bij het juiste volk is wat er nodig is, maar Jezus liefhebben vanuit je binnenste. En dan zal God wonen "in je hart". De woorden komen uit de afscheidsredenen van Jezus. Laatste woorden voor zijn leerlingen die achter zullen blijven. Het belangrijkste woord van deze perikoop lijkt me het woord vrede te zijn, of, in bijbeltaal: shalom. Vrede binnen en buiten, leven in harmonie met jezelf, de ander en God. Heb vrede, zegt Jezus. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. Dat zijn allemaal opgewekte klanken in een kring van bange mensen. Zijn het ook opgewekte klanken in onze bange wereld? Kunnen ze dat zijn?

23
Apr
2016

zondag 24 april - Dtn 6,1-9 - Liefde tot God (en de naaste)

Eigenlijk is het mooi verdeeld over de lezingen, zou je kunnen zeggen. Johannes 13, 31-35 gaat over de onderlinge liefde, en Deuteronomium 6, 1-9 gaat over de liefde tot God. Zo is het dubbel-gebod van de liefde mooi in beeld, Godsliefde en mensenliefde. Toch zal ik zondag maar focussen op Deuteronomium. Want over Johannes 13 heb ik het eerder gehad, over Deuteronomium nog niet. En de Deuteronomium-tekst is van uitermate groot belang, voor joden is het 'Sjema Israëel' de belangrijkste tekst in de Bijbel. Ongeveer zoals voor christenen het 'onze vader'. Joden hebben deze tekst in het morgen- en avondgebed. Een joods kind leert deze woorden als eerste woorden. En inhoudelijk spreekt mij aan dat alles in het geloof met horen begint. Luisteren naar God - dat is onze roeping als mensen. Waarbij in het Hebreeuws dan weer geen verschil is tussen het woord 'horen' en het woord 'gehoorzamen'. Stof tot nadenken en tot verdiepen, lijkt me.

14
Apr
2016

zondag 17 april - Johannes 10, 22-30: of Jezus de Messias is

Een ijzige discussie in de zuilengang van Salomo (die later de ontmoetingsplek van de eerste christenen werd, zie Handelingen 5). Dit stuk ademt polarisatie. Dat is een beetje typisch voor het Johannesevangelie en als ik het lees weet ik weer waarom dit niet mijn favoriete evangelie is. Jezus maakt hier verschil tussen schapen die wel van zijn stal zijn en schapen die dat niet zijn. Dat laatste slaat dan blijkbaar om de omstanders, de "joden". Johannes heeft het vaak over "de joden", wat geen van de oudere evangelisten doet, en tekent zo meer het beeld uit de tijd dat dit evangelie ontstond (eind eerste eeuw), toen het christendom anti-joods aan het worden was, dan uit de tijd van Jezus zelf. Dát Jezus hier wordt gevraagd of hij de Messias is, daar is een reden voor. Op het feest van de tempelwijding, chanukka, gaat het over de messiaanse verwachting. En ook over zuivere godsdienst, want het feest ziet terug op de overwinning van de ontwijding van de tempel. In dat verband moet de uitspraak van Jezus "de vader en ik zijn één" godslasterlijk overkomen, en dat was nou net wat tot de ontwijding van de tempel leidde - allemaal niet erg constructief, deze manier van gespreksvoering. Je kan bijna begrijpen dat, zoals er vlak na deze tekst staat, men stenen opraapt om Jezus te stenigen. Wat zie ik dan wel aan heilzaams in deze tekst? Mij lijkt van belang, met welke grondhouding we naar Jezus kijken. Of we hem tot de orde roepen zodat wij een etiket op hem kunnen plakken, zonder dat wij daarbij zelf in het geding komen - of dat wij ons eerlijk op hem richten en open willen zijn voor wat hij voor ons wil betekenen. Want hij wil ons dichter bij God brengen... Er is trouwens bij dit bijbelgedeelte geschilderd door een groepje op woensdag, u kunt dat komen bekijken zondagmorgen. Welkom!

25
Mrz
2016

paasmorgen 27 maart - Johannes 20,1-18 - ontmoeting met de Opgestane

Er is een gedicht van Vasalis met als titel 'steen' en het eindigt met "o sla de rots opdat ik ween". In het evangeliegedeelte gaat het over deze twee dingen: over huilen en over een onwrikbare steen. Met die steen, weggerold, wat nou juist niet hoort te kunnen, begint het verhaal. En terwijl je aan de mannen in het verhaal geen enkele emotie kan bespeuren (ze vonden het kletspraat, ze zagen, ze kenden de schriften niet, ze gingen naar huis) geeft Maria uiting aan haar verdriet; ze huilt, en wordt zowel door de lichtgestalten als door de 'tuinman' uitgenodigd om te vertellen waarom zij huilt. Voor de mannen is het paasgebeuren een zaak van kale feiten, voor Maria een kwestie van relatie. Zie ik het goed dat dit verhaal ons uitnodigt om het paasgebeuren vooral via de relatie te benaderen, goed voelen of we misschien door de Opgestane worden aangesproken waardoor onze blikrichting verandert, net als bij Maria, en wij niet meer gefocust blijven op de stenen (er is niks meer aan te doen) in ons leven?

18
Mrz
2016

zondag 20 maart - intocht in Jeruzalem - Lk 19,28-40

Voorafgaand aan evenementen als prinsjesdag of koningsdag zie ik wel eens op het nieuws dat de politie haar paarden traint. Want het is de bedoeling dat de politiepaarden aan hun berijders gehoorzamen en betrouwbaar zijn, en zich dus niet door allerlei hotemetoten van de wijs laten brengen of bang laten maken. De politie heeft bij evenementen dus ervaren paarden nodig. Wat ons in de lezing van zondag bij de intocht van Jezus in Jeruzalem over het veulen van een ezel wordt verteld, is het tegenovergestelde. Er heeft nog nooit iemand op gezeten. Een kwetsbaar dier dus, niet getraind in conflicten en kabaal, en niet blij met massa's van mensen, zou je zeggen. De tekst speelt bewust met de tegenstelling tussen paard en ezel. Jezus wordt als koning binnengehaald, je verwacht hem dus dan hoog te paard op een dier dat macht en status uitstraalt, maar hij zit op een lastendrager. Want dat was de ezel vooral in bijbelse tijden. Hij zit op een lastendrager, en hij is zelf een lastendrager? Wil de evangelist dat er mee zeggen? Hij neemt de lasten, zonden, van de mensen op zich? Deze dag is zo dubbel: blijdschap en droefenis, de intocht wordt een aftocht, de opgang een neergang. De laatste fase in het leven van Jezus. Zo zijn de mensen: wie hem nu met gejuich binnenhaalt, laat hem straks in de steek. Heden: Hosanna! - morgen: kruisigt hem!
logo

weblog van JHK

Archiv

April 2024
Mo
Di
Mi
Do
Fr
Sa
So
 1 
 2 
 3 
 4 
 5 
 6 
 7 
 8 
 9 
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
 
 
 
 
 
 
 
 

Links

User Status

Du bist nicht angemeldet.

Suche

 

Status

Online seit 4385 Tagen
Zuletzt aktualisiert: 12. Okt, 22:09

Credits


Profil
Abmelden
Weblog abonnieren